donderdag 14 juni 2012

Alicante - Hilversum zonder retour


Het was mijn tweede dag in Nederland, en met name in Hilversum.

Het is een koude maandag ochtend van februari, waar niet alleen de temperatuur best laag is, maar het waait ook nog. Verdwaalde papieren vliegen in de lucht als doelloze vogels, en de echte vogels zoeken hier en daar een stukje kroket of het restje van een boterham. Wat kan dit dorp vies zijn... Of is het nou een stad?
Ik ben op het station, en kijk door het grote raam naast de uitgang. Ik wil roken maar durf niet naar buiten met dat weer.

Een Afrikaanse man staat nu bij mij. Hij begint een gesprekje in het Engels. Zo duidelijk is dat ik een vreemdeling ben.
"Where are you from?" , zegt de man.
"Spain."
"Oh, Espannia muy bonito!"
"¿Hablas español?!" Ja, hij spreekt een klein beetje Spaans want hij heeft een tijdje daar gewerkt. Hij vertelt ook in die Afrikaanse Spaans van hem dat hij nu al zeven jaar in Nederland woont.
Maar meer in het Spaans kan hij ook niet zeggen, dus ik gebruik weer het Engels:
"And do you speak dutch too?"
"Natuurlijk!" zegt de Afrikaans, een beetje gepikeerd. Ik voel een klein steek van afgunst. Hij spreekt Nederlands en ik niet, en realiseer me opeens dat dit voorlopig zo zal blijven en dat ik een heel hoge berg nog moet klimmen.

We zwijgen, en kijken de omgeving vanuit het raam van het station. Ik zeg dat Hilversum niet zo mooie stad lijkt te zijn maar wel gezellig. De man uit het verre warme land blijft even stil. Hij glimlacht en aanschouw het landschap die we voor ons hebben. Zijn ogen gloeien en zijn nu even glimlachend als zijn brede mond. Hij kijkt de stad als een koning zijn domeinen en zegt trots:
"Ja, dit is Hilversum...!"


                                                       *************************

 Totdat ik naar het ROC ging om Nederlands te leren, was ik niet echt bewust van hoe ik in werkelijkheid eenzaam was, in mijn nieuwe leven in Hilversum.

De eerste drie maanden na aankomst was ik goed bezig met wennen en acclimatiseren aan hier te zijn, maar omdat dit mijn vaderland is, was het ook niet zo moeilijk voor mij. Ik had het gevoel dat ik gewoon terug was gekeerd, na 36 jaar afwezigheid.

Halverwege mei begon een inwijdingscursus op het ROC, die moest tot eind juni lopen. Mijn taalniveau was niet echt die van een beginner. Ik kon nog van enkele losse woorden me herinneren, en had op een online cursus een beetje grammatica geleerd, namelijk werkwoorden zijn en hebben. Je kunt er veel mee, met een beetje voorstellingsvermogen.
Maar een taal bestaat uit veel meer dan losse woorden.

Ik werd verplaatst in een groep van 20 mensen uit de meest diverse landen die ook geen idee van Nederlands hadden. Al vroeg werd ik bevriend met twee leuke klaasgenoten, een vrouw uit Ecuador en een andere uit Brazilië. Er waren ook mensen uit o.a. Italië, Engeland, Marokko, Thailand, Filippijnen, Afghanistan, Irak, Iran en Rusland. Er werd een echte Toren van Babel, daar in die klas.

Zoveel mensen bij elkaar met zo verschillende verhalen achter de rug....
Sommige hadden een vreselijk verleden als achtergrond, een oorloog, een miserabel land die geen toekomst meer kon bieden...
Anderen, vooral veel vrouwen, waren hier terecht gekomen door liefde, of door een zakelijke huwelijk om aan de Nederlandse nationaliteit te kunnen komen.
We communiceerden met elkaar in een mengsel van Engels, eigen taal en het beetje Nederlands dat we bij elke les leerden. 

Heb je je ooit afgevraagd waarom "zijn" het belangrijkste werkwoord is? Niet alleen in onze taal, maar ook in welke taal dan ook: ser, être, to be, sein, essere, estu, vara, byc, olmak, lá, maging, izan, e, vaere, lehet, a bheith.....
Wat klinken ze allemaal fraai die woorden die zoveel betekenis inhouden. Want alle talen hebben dezelfde bron, dezelfde stam, die ontstond toen de mensheid op een gegeven moment moest zeggen: ik ben, jij bent, we zijn!


                                                      *****************************


De zomer verliep traag, zoals altijd gebeurt als je zin in het nieuwe schooljaar hebt.
In de loop van die eerste zomer stopte ik met roken en verhuisden we van het kleine zolderappartement naar de woning op de begane grond. De nieuwe woning was niet veel groter dan die beperkte studio, maar het was tenminste een echt huis: woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer. Er was ook een kleine buitenruimte, een stukje tuin aan de gemeenschappelijke achterom die we nooit gebruikten want er was geen privacy.
Wat was het toch heerlijk om in de nieuwe woning te zijn! Het leek me als een paleis, na al die maanden in die ontzettend kleine zolder.

Op een dag was ik bezig in mijn keukentje. Het was een van die fraaie ochtenden van september, wellicht de mooiste maand van het jaar. Want alles beëindigd en tegelijkertijd alles begint in september. Het is ook de toezegging van de volgende voorjaar. Ik zeg nu gedag, maar ik kom wel weer terug.

Een robuuste kat stond opeens naast mij in de keuken. Hij was uit het open raam binnengekomen. Ik had hem nog nooit gezien, ik kende hem niet, maar toch was hij in mijn keuken. Ik vond zijn aanwezigheid heel leuk. Katten zijn altijd welkom en hoeven verder mij niks uit te leggen.
We keken elkaar. Hij deed niks, ik deed niks. Ik had in mijn linkerhand een pond belegen kaas en in mijn rechterhand een mes want ik ging een boterham voor mezelf klaarmaken. De kat keek me aan alsof hij mij wilde hypnotiseren. Af en toe nam hij ook een achterdochtig kijkje naar de kaas.
"Vale, te he entendido. Toma un trocito!" (Oké, ik heb je begrepen. Neem eens een stukje)
De kat bleek niet alleen gek op kaas te zijn, maar bovendien kon hij ook Spaans verstaan. Het was het begin van een leuke vriendschap.

Na half jaar in Nederland hadden we alweer een huisdier. Nou, hij was niet echt ons huisdier, maar van de buren, een jonge echtpaar met twee zoontjes van twee en vier jaar. Voor een kat het laatste wat hij wil hebben. Ook kwamen we er achter dat zijn naam was Tijger.
Een kat heeft geen baas, hij gaat bij iemand wonen als hem het uitkomt en ook als hij je echt leuk vindt.

Tijger bleef komen naar ons huis elke dag.
In de vroege ochtend, toen ik naar school moest voor mijn lessen Nederlands, was hij al aanwezig. Af en toe bracht hij mij een cadeautje zelf, een dode muis voor bij de koffie. Ik deed alsof ik heel blij met het onverwacht geschenk was en vervolgens gooide ik de arme slachtoffer van die mini- tijger weg, wel stiekem want ik wilde zijn gevoelens niet kwetsen.  

Vijftien maanden later verhuisden we naar een ander huis, veel mooier en groter en lekker in het centrum van het dorp.
We hadden veel problemen gehad in het huisje waar we tot dat moment woonden: de muren in de badkamer lekten en het was ontzettend vochtig, en er was in de woning bijna geen ruimte voor al onze spullen. Anders was ik er heel graag gebleven. Ik vond dat huisje heel leuk en was er heel gelukkig geweest, wellicht de beste tijd van mijn leven in Nederland, als ik achteraan kijk. 

En het was natuurlijk ook Tijger. Ik vond het heel erg om van hem afscheid te moeten nemen. Dat had ik jammer genoeg ook meegemaakt toen ik Spanje verliet. Mijn twee poezen moesten achterblijven, bij mijn schoonmoeder. Ze waren veel te oud om zulke reis te ondernemen, met alles wat dit zich meebrengt.

De laatste avond in het oude huis zat ik een email aan een vriend te schrijven, met Tijger op schoot. Ik keek door het raam. Buiten, de vroege schemering van december veranderde het bekende uitzicht in een vaag beeld van schaduw en onduidelijkheid.







***********************************************************************************

DE MUZIEK

Juli 2007. Wandelend door Leeuwenstraat, beslis ik opeens het platenhuis 'T Oor binnen te gaan. Even rondscharrelen of ik iets leuks vind. Deze winkel is één van de mooiste platenzakken die ik ken. Je stapjes klinken als danspassen in de houten vloer, je krijgt zin om flamenco of tap te gaan dansen. En dan al die bakjes lekker vol met veel soort muziekjes. Een paradijs voor muziekliefhebbers....

Ik was niet eens binnen de winkel toen ik het hoorde. Een ongelooflijke fraaie song verspreidde zijn muzieknoten door het lokaal. Ik was er meteen helemaal weg van.
Toen het tweede nummer begon te klinken ging ik naar de toonbank en vroeg de eigenaar van de winkel wie in godsnaam deze band was.
The National. En de cd heette Boxer. En die eerste nummer die ik bij aankomst luisterde was Fake Empire.     
"Ik wil die cd hebben. Ik moet het hebben!!"
"We hebben hier in de winkel alleen maar die exemplaar.." zei de eigenaar.
("Geef me die cd nu meteen of ik neem het mee met geweld") wou ik beantwoorden, maar in plaats ervan, zei ik braaf en berustend dat ik een exemplaar wilde bestellen.
"Ach, je mag deze meenemen hoor" zei de eigenaar royaal. En vervolgens pakte de cd die op dat moment speelde Brainy en plots werd het stil, vreselijk stil in de winkel. De klanten die er waren keken me heel boos aan.

 "Bedankt, ik zal dit nooit vergeten!" riep ik terwijl ik de winkel verliet.

                                             *********************************
  
The National

Het klikte meteen tussen deze band uit Ohio en mij. Het was lang geleden dat ik gewoon niks nieuws onder de zon kon vinden, wat betreft muziek. Ja, misschien wel Queens Of The Stone Age, maar dat was zeker niet zo heftig als met The National.

De nummers van Boxer (2007) zijn allemaal ontzettend mooi, melancholiek, soms donker, met een vleugje Joy Division.

Ik heb het geluk gehad om The National live te zien, in Tivoli in 2010.

Mistake For Strangers
Oh you wouldn' t want an angel watching over
surprise, surprise they wouldn' t wanna watch





Brainy


 
   

Slow Show
You know I dreamed about you
for twenty-nine years before I saw you
You know I dreamed about you
I missed you
for twenty-nine years





Ada




































Geen opmerkingen:

Een reactie posten