maandag 28 mei 2012

Brixton stories

Zomer 1989, in een open telefooncel in Electric Avenue, Brixton.
"Welnee, mam, ben net bij de bank geweest en ze hebben er geen flauw idee. Het geld dat je had verstuurd is nog niet binnen...... Neeee, ik heb geen cent, maar Alberto, een huisgenoot, heeft mij wat poen geleend. Bovendien begin ik morgen met werken..... ja.... nee, in een hotel als kamermeisje, samen met Rosi..... ja, oke...... ze is hierbij en je moet ook de groeten van haar hebben......... Wat zeg je nou, of het hier koud is?? Nee hoor, integendeel! Het is nu 25 graden maar het lijkt alsof het 40 was, in dat geheel gestoffeerd huis waar ik nu woon en buiten op straat met die verdomme volle zon in deze gigantische stad ....... Wacht maar even mam..... er is hier iemand die heel vervelend doet.... Rosi, wat the fuck does this guy want?........ NO MAN, I don' t have any money for you!!..... Nee mam, ik zei net tegen die dronkenlap dat ik geen geld voor hem heb, had ik het maar voor mij zelf!.... Ay, ay! wat doet die gekke nou??.... wacht maar even..... Pas op Rosi!... die gevaarlijke gek wil ons vermoorden!!!..... Oh my Goood!!.... wat zeg je mam?..... nee hoor, niks aan de hand, alleen die gast die Rosi wil slaan met een fles wijn..... maar maak je geen zorgen hoor....... mam, ik moet nu echt hangen, ik bel je op! Doei!....... Maar.....WHAT THE FUCK???"

Ik hakte met bellen, maar bleef de telefoon in mijn hand te houden, als eventueel wapen tegen die zatlap die ons een klap met een fles wilde verkopen en tegelijk ons beledigde. Rosi begon om hulp te vragen aan de voorbijgangers. Gelukkig zijn de inwoners van Brixton action people en toen kwam meteen een jonge man ons te helpen, terwijl een andere persoon een politie agent ging roepen. Een bobby kwam al snel rennend. De dronkenlap ging de haal aan maar de bobby hield hem in zonder al te veel moeite en nam hem mee uit het oor.

Rosi en ik gingen terug naar huis. Ik dacht aan mijn moeder en haar lot met die dochter van haar, aan wie altijd alleen maar rare dingen gebeurden.

                                                       **************************

Die zomer was de maand juli bijzonder warm.
S' avonds, toen de schemering viel, zat onze straat vol met spelende kinderen. De mannen dronken bier aan de veranda' s en uit de opende ramen van de huizen ontsnapten blues en soul en rithm & blues. De hele Concannon Road ruikte toen naar soja olie, naar curry en naar gebakte selderij.

Ik vond het prettig om op de vensterbank van het raam te zitten roken, het opende grote raam van de huiskamer. Van daaruit kon je de hele straat zien, het bruisende leven voelen, met haar geuren en haar muziekjes. Op zo' n momenten weet ik dat ik eeuwig ben.



                                                       ****************************


Brixton was destijds de coolste buurt van Londen, en de Prince Albert was de pub in de mode waar iedereen ging feesten.
Het was een typische British pub, heel gewoontjes, niks bijzonders, maar het was ruim en gezellig en je had ook een  fraaie patio-tuin met zitbanken en kussens waarop je lekker van een pint kon genieten. Wat was het heerlijk om daar buiten te zitten, in de warme avonden van de zomer, onder het genoot van een Guiness of een lager!

Een mevrouw van middelbare leeftijd die heel erg op een boxer leek, was de eigenares van het lokaal. Ze had een look a la Maggi Thatcher die heel goed paste met haar gebrek aan gastvrijheid. Ze bediende haar jonge en moderne klantenkring achter de toonbank met een gezicht als een donderwolk.
Ze werd geholpen door haar zoon, die precies zijn moeder was, en een Afro-Caribische man die heel lange vingers had. Hij was degene die de lege glazen uit de tafels opruimde en bij het uitvoeren van zijn werk probeerde hij tegelijk alle vrouwen van het cafe te kneden. Niemand was veilig als die vent in de buurt was.

De muziek in de Prince Albert was niet slecht. De dj functie werd uitgevoerd door de dame met de zure kop. Haar zoon hielp er af een toe een handje mee, en als dit het geval was dan mocht je blij zijn. Hij draaide meestal goede pop-rock muziek, van Ramones tot The Clash of The Smiths.
Maar de discjokey was bijna altijd de moeder. En toen was het altijd steevast dezelfde muziek: The Pogues (goed) en The Gipsy Kings. Ook al niet te slecht, maar als je de hele avond zit te luisteren naar hetzelfde plaatje dan is het niet meer zo leuk. Maar na vier pints of lager kon je niet meer onderscheiden een plaatje van een andere.

Om elf uur s' avonds rinkelde Margaret Thatcher een luidruchtig belletje waarmee ze aankondigde dat het feest afgelopen was: er werd geen druppel alcohol meer verstrekt. Om een eventueel abstinentie syndroom te voorkomen, een kwartier vóór de dry law ging de klantenkring in horden naar de toonbank om niet een bier maar twee of zelf drie pint of lager te bestellen. Iedereen weet dat de Britten heel erg veel kunnen zuipen. Dat klopt. Ze drinken alsof het eind van de wereld was, of nog sterker, alsof het bier helemaal ging verdwijnen.

Na de avondklok, een half uur voor de sluitingstijd werd de muziek uitgezet en de lichten uit.
Een aantal klanten, namelijk de meest realistisch, begonnen toen de leegloop naar de uitgang, bewust dat het afgelopen was voor die avond. Maar er bleven de desesperados achter, degene die nog zin in een biertje hadden, degene die er nog even scharrelen wilden blijven en probeerden wanhopig toch nog met iemand, wie dan ook, naar bed te gaan. Anderen waren gewoon niet van plan om te vertrekken.
Dat was het moment waar de wellustige handtastelijk bediener in actie kwam. Gewapend met een stok, verzocht hij de achterblijvers om het lokaal te verlaten, op straffe van ons met de stok te slaan (of misschien ons te kneden, wie weet....)
Bovendien, alsof dat niet genoeg was kwam er de boxer ook, zwaaiend met een pan of een paraplu, ik weet het niet meer... (help, mijn geheugen laat me telkens in de steek!). Ze riep altijd hetzelfde:
"COMON GIRLS AND BOYS, GET OUT OF HERE RIGHT NOW!!!"

Desondanks die "politiële" uitzettingen, dezelfde plaatjes steeds weer gedraaid en het gebrek aan gastvrijheid van het personeel, keerden we elke avond terug, evenals de rest van de klanten.
Bij de Prince Albert voelden we ons simpelweg net thuis. 






Op de tweede aflevering van mijn Brixton Stories ga ik vertellen over squats of krakpanden, over probleempjes met het werk en het dagelijkse leven in Londen en andere degelijk stomme verhaaltjes.
Niet missen hoor!

*********************************************************************************

DE MUZIEK

David Bowie
Als je over Brixton vertelt, dan moet je ook over David Bowie hebben, want hij is in deze problematische en multicultureel wijk geboren.
Tijdens een promotie tour in 1989, bezocht de zanger zijn geboortebuurt en zijn huis. De fans stortten het gebied in en de politie versperde de weg. We konden dus onze muzikale idool niet eens zien, maar wel zijn huis.

Ik heb twee songs geselecteerd uit twee verschillende muziek perioden van Bowie.
De eerste is Life On Mars? uit het album Hunky Dory





De andere song is één van mijn lievelingsliedjes van Bowie uit het album van dezelfde naam Heroes, uit 1977, op het hoogtepunt van de punk. Toen woonde de zanger in Berlijn. Hij wilde wellicht niks te maken hebben met punks..... 


  


The Smiths
Mijn periode in Londen heeft natuurlijk een eigen soundtrack. Destijds (1989) bestonden The Smiths niet meer als band, maar hun songs klonken overal. Goede gitaarpop met mooie teksten.
Ik had The Queen Is Dead in audiocassette en het werd heel veel gedraaid in onze squat in Concannon Road.
De volgende nummer is naast There Is A Light That Never Goes Out de best van dit album uit 1986, een pop-juweeltje uit alle tijden: Some Girls Are Bigger Than Others.




There Is A Light That Never Goes Out
Take me out tonight
Oh, take me anywhere, I don' t care
I don' t care, I don' t care

   




The Clash
In 1981 vonden plaats in Brixton verschillende onlusten en ook botsingen met de politie. De inwoners van die wijk hadden het genoeg gehad met een wet waarmee de politie mensen op straat zomaar konden fouilleren. De Brixtoners konden dit niet op zich laten zitten, en de onrustigheid en ontevredenheid begon snel te stijgen.
De Bloody Saturday begon door een ongelukkige misverstaan tussen inwoners en politie.
Meer weten over deze gebeurtenis?:

http://en.wikipedia.org/wiki/1981_Brixton_riot

Ik laat jullie nu met Guns Of Brixton, die hiermee als gegoten past. Uit het album London Calling.






The Pogues
Het was de officiële soundtrack in de Prince Albert. Dat was toch een goede reden om bijna elke avond ernaartoe te gaan!
Het album If I Should Fall In Grace With God verscheen in 1988. De meest bekende nummers waren Fiesta en Fairy Tale in NY.  Het beste is zonder twijfel Thousand Are Sailing, te beluisteren op mijn verhaal Expat, maar ook dit nummer: Zit Down By The Fire.





Ach, laten we nogmaals van Thousand Are Sailing genieten!



 
   










 



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten